Rob Meesen is misschien wel een van de meest belezen ondernemers in Limburg. De mede-eigenaar van TopChange leest jaarlijks tussen de 250 en 300 boeken. Wekelijks beschrijft hij voor WijLimburg een ondernemersboek.
Allemaal anders-denkenden (Geert Hofstede & Gert Jan Hofstede | 1991)
“Cultuur is aangeleerd en niet aangeboren.” (Geert Hofstede)
Begin deze eeuw mocht ik op uitnodiging een masterclass meemaken van de in 2020 overleden wetenschapper Geert Hofstede. Ik vroeg mij af of ik een glimp zou opvangen van de briljante denker wiens meesterwerken ik bestudeerd had, waaronder mijn ondernemersboek van deze week. Aan het einde van de dag werden mijn torenhoge verwachtingen volledig waargemaakt toen Hofstede de deelnemende topmanagers van Philips met een geniale analyse tot nieuwe inzichten bracht. Hofstede was als een luipaard op de savanne die de hele dag in de schaduw geduldig een kudde antilopen bestudeert. En die vlak voordat de zon ondergaat pijlsnel, met één perfect uitgevoerde aanval, trage exemplaren moeiteloos tot prooi maakt. Ik leerde die dag een onvergetelijk lesje in functionele traagheid en effectieve timing van deze bijzondere man die zichzelf een ‘scharrelprofessor’ noemde terwijl de hele wereld hem als dé autoriteit zag. Hofstede bezat 10 eredoctoraten en was de onbetwiste grondlegger van de studierichting Internationaal Management aan de Universiteit van Maastricht.
Hofstede werd bekend door zijn onderzoek naar verschillen tussen culturen. Op basis van maar liefst 117.000 questionnaires, afgenomen bij IBM-werknemers in 50 verschillende landen, kwam hij tot vijf relevante dimensies: de mate van machtsafstand, de mate waarin mensen individualistisch of juist collectivistisch zijn ingesteld, de mate waarin mensen zich masculien dan wel feminien gedragen, de mate waarin mensen aan onzekerheidsvermijding doen en de mate waarin mensen aan kortetermijndenken of langetermijndenken doen. Hofstede definieert cultuur als de collectieve mentale programmering die de leden van één groep (het aantal mensen die contact met elkaar hebben) of categorie mensen (het aantal mensen die, zonder noodzakelijk contact met elkaar te hebben, iets met elkaar gemeen hebben, zoals alle mensen die ná 2000 geboren zijn of alle vrouwelijke CEO’s) onderscheidt van die van een andere. De menselijke natuur is universeel en ieder lid van de soort Homo sapiens heeft hetzelfde aangeboren besturingssysteem. Cultuur wordt echter overgedragen via onze sociale omgeving en niet via onze genen. De software, in tegenstelling tot de hardware, is aangeleerd.
In dit coronatijdperk bieden de cultuurdimensies van Hofstede een goede verklaring voor het verschil in overheidsmaatregelen tussen landen en de reactie van groepen en categorieën mensen daarop. Overheidsinterventies pleeg je om collectief aangeleerde patronen, die in een gegeven context niet meer effectief zijn, bij te sturen. En uiteraard lukt het op korte termijn veranderen van die cultuurpatronen niet zonder enige mate van overheidsdwang. Het effect van die maatregelen kan per groep of per categorie mensen sterk verschillen. Met 180 nationaliteiten en een grote variëteit in de scores op de gecombineerde cultuurdimensies lukt dat logischerwijze in Amsterdam, met een traditioneel lage score op machtsafstand en hoge mate van individualisme, niet zo goed als in steden zoals Middelburg en Leeuwarden. En in Urk met een grote machtsafstand leidt eenzelfde beperking van de mensenrechten tot andere uitkomsten dan in Hilversum. Hofstedes cultuurmodel verklaart ook de nationale verschillen tussen de keuzes van Zweden (geen lockdown) en Spanje (volledige lockdown) tijdens de pandemie. Daarom is er ook geen beste manier van pandemiebestrijding in het Europa van allemaal anders-denkenden mogelijk.
In het internationale culturele mijnenveld bieden de dimensies van Hofstede wel een route om elkaars verschillen te begrijpen en productief te maken. Zodat wij onze aangeleerde vrees voor anders-denkenden effectief kunnen herprogrammeren. En ook de verschillen in en tussen bedrijfsculturen kunnen hiermee uitstekend geanalyseerd worden. Hofstede gebruikt in zijn boek de aansprekende managementmetaforen over piramides, machines, markten, families, olifanten en ooievaars. Structuur (harde organisatievariabele) en cultuur (zachte organisatievariabele) zijn immers twee uitersten van één besturingsdimensie in organisaties. Ook consumentengedrag correleert met de cultuurdimensies. Geert Hofstede wijst ondernemers de weg naar kansrijke doelmarkten. Het boek bevat heel veel herkenbare voorbeelden die helpen bij het maken van strategische keuzes op het contactniveau met de markt, doelgroepen en individuele klanten.
Prof. Dr. Ir. Gert Jan Hofstede, Associate Professor aan de Universiteit van Wageningen, werkte jarenlang productief samen met zijn vader. Hij is niet alleen de rentmeester van Geert Hofstedes imposante nalatenschap, maar zet het werk ook gedreven voort. Niet omdat dat genetisch onvermijdelijk was, maar door het bewust aan te leren.
Rob Meesen