“Allen die willen te kaap’ren varen
Moeten mannen met baarden zijn
Jan, Pier, Tjoris en Corneel
Die hebben baarden, die hebben baarden.”
(Coussemaker, 1856)
Bovenstaande regels komen uit het bekende zeemanslied dat de vrijbuiters uit Duinkerken neerzet als échte mannen. Kapers en piraten die in de zeventiende eeuw een gevaar waren voor de vloot vissers en koopvaarders van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In een van de gevaarlijkste vaarroutes ter wereld; de Noordzee en het Kanaal. Daar werd tijdens de Slag bij Duins de Spaanse Armada van 70 schepen in 1639 verslagen door de veel kleinere vloot van 12 schepen onder leiding van luitenant-admiraal Maarten Tromp. De overwinning bij Duins was de grootste uit Tromps carrière en de grootste tactische overwinning uit de geschiedenis van de Nederlandse marine. De aanloop en het verloop van deze legendarische zeeslag biedt interessante lesstof voor ondernemers die hun strategische vaardigheden willen aanscherpen.
De Tachtigjarige Oorlog
Toen Tromp in 1598 geboren werd was de republiek al dertig jaar betrokken in de uiteindelijk Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje. Toen de oorlog na het beëindigen van het Twaalfjarige Bestand in 1921 werd hervat stond Spanje er veel beter voor dan de Republiek. De Nederlandse vloot waren tijdens het bestand om bezuinigingsredenen afgeslankt. Schepen waren verkocht, sommige verzaagd, andere lagen te rotten in de havens vanwege geldgebrek voor onderhoud. Het landsbestuur werd volledig in beslag genomen door de strijd ter land. De jaren twintig en dertig van de zeventiende eeuw waren dan ook gouden tijden voor de kapers van Duinkerken en de Spaanse Galjoenen. Maassluis bijvoorbeeld verloor in de vier jaar voordat Tromp het bevel over de Nederlandse vloot kreeg 162 schepen aan de Duinkerkers.
Leiderschap
Tromps leven tussen zijn benoeming tot luitenant-admiraal op 27 oktober 1637 en de overwinning op de Armada in 1639 bestond volledig uit beïnvloeden, bemensen, bevoorraden, beslissen en bevechten. Zijn leiderschap leunde sterk op toewijding, gehoorzaamheid en discipline. En hij had de juiste motivatie en hardheid. “Tromp had een drietal indringende ontmoetingen met kaperij achter zich. Ze leerden hem dat de zeeën tot de onveiligste gebieden ter wereld behoorden. Ze maakten hem tot een overlevingskunstenaar en een nuchtere realist. Ze brachten hem ook een grondige afkeer van het verschijnsel kaperij bij. Als erfjarige knaap zag hij hoe zijn vaders koopvaarder voor Kaap Verde werd geënterd door een Engelse zeerover. Hij moest toezien hoe de piraten de doden een zeemansgraf verleenden, ook het lichaam van zijn vader verdween over de reling. Zijn kindertijd was voorbij, hij werd kajuitslaaf van de kaperkapitein. Die liet hem na twee jaar vrij. Tien jaar later werd hij door de Barbarijse kapers gevangengenomen. Een jaar later werd hij vrijgekocht en kwam hij in dienst van de admiraliteit van Rotterdam. In 1929 werd hij vlaggenkapitein van niemand minder dan Piet Hein. Tijdens een gevecht met kapers stond Tromp naast Piet Hein die door een achtponder dodelijk geraakt werd. Tromp nam, met de bloedspatten van Hein overal op zijn kleding, weloverwogen wraak. Op zijn bevel werden alle kapers die nog in leven waren, zo’n honderd man, opgeknoopt aan de ra’s van hun eigen schepen”, aldus Panhuysen die dit tijdperk uit de Nederlandse geschiedenis zeer gedetailleerd in beeld brengt en er desondanks de vaart van een avonturenromen in heeft weten te leggen.
Onmogelijke opdracht
Tromps opdracht was zoveel mogelijk kaperschepen te vernietigen en de Spaanse Armada tegen te houden. Met tien trage en slecht bestuurbare schepen. Tromp stond voor onmogelijke keuzes. Hoe moest hij zijn beperkte middelen inzetten in de oneindige wedstrijd met de sterkere opponenten in een zeer onvoorspelbare omgeving. De Duinkerkers waren veel sneller en Tromp speelde steeds een machteloze uitwedstrijd. Het eerste jaar werd onder zijn bevel geen enkel relevant resultaat geboekt. Tromps vloot had dringend een injectie nodig met betere schepen. De helft van de schepen moest vervangen worden en de vloot moest ook worden uitgebreid. Op zee was de luitenant-admiraal een machtige onderkoning. Aan wal slechts een ambtenaar van de Republiek. Hij wist desondanks de financiering en de medewerking van de admiraliteiten te krijgen. Door de strategische verbinding tussen de oorlog ter land en ter zee duidelijk te maken aan de generaals van het leger. Hellevoetsluis werd de marinebasis. Slechts twee jaar later versloeg Tromp de Spaanse Armada bij Duins dankzij een combinatie van voorbereiding, gelegenheid en een klein beetje geluk. Daarbij speelde een organisatorische vondst een cruciale rol tegen de gigantische Spaanse Armada. Alle schepen uit Tromps vloot opereerden tijdens de zeeslag als één monsterschip zoals geen enkele man met een baard dat ooit gezien had.
Tromps dood
In de slag bij Ter Heijde in 1653 vond Tromp de dood toen hij tijdens de Eerste Engelse Zeeoorlog weer een vloot tegenover zich vond die veel te sterk was. Het Parlement had in vredestijd de vloot wederom kapot bezuinigd. Dat lijkt gezien de huidige situatie bij defensie een eeuwig ingebakken reflex van de beleidsbepalers in Den Haag. Tromps lijk werd begraven in de Oude Kerk te Delft. Johan de Witt hield een lijkrede waarin uitgedrukt werd hoeveel waardering er in het land was voor luitenant-admiraal Tromp: “Een zeeheldt, welckers gelycke de aerde niet veel heeft gedragen ende mogelyck niet lichtelyck in ’t toekomende sal syn te vinden.”
Tijdloze inzichten
Hoewel het bijna vijfhonderd jaar geleden was, zijn de uitdagingen waarvoor Tromp aan wal en op zee stond nog steeds actueel: leiderschap, stakeholder management, coalitievorming, financiering, logistiek, inkoopmanagement, recruitment, informatiemanagement, strategische keuzes, tactische manoeuvres, innovatie en slinkse onderhandelingen. Het monsterschip van Luc Panhuysen bevat tijdloze inzichten voor ondernemers die slag moeten leveren met sterkere concurrenten. Het historische verhaal is een van de allerbeste ondernemersboeken ooit geschreven. Met dank aan marinier Tromp, een man met een baard die op kapers joeg met het hart van een piraat
Rob Meesen