In 1818 verscheen de gothic novel Frankenstein. Het meesterwerk wordt door velen ook gezien als het eerste sciencefiction boek. Het verhaal is geschreven door de destijds pas eenentwintigjarige Mary Shelley. Zij laat in het verhaal het monster een waarschuwing afgeven aan zijn geschokte schepper: “Bedenk dat u mij machtiger hebt gemaakt dan u zelf bent.” Ook met betrekking tot Kunstmatige Intelligentie (AI) bestaat de angst dat de creaties die door de mens gemaakt worden zich tegen hem keren. Dit type vrees wordt het Frankenstein-syndroom genoemd.
Frankenstein ontrafeld
Geertrui Mieke de Ketelaere is Strategic Adviser AI bij het wereldvermaarde, onafhankelijke onderzoeksinstituut Imec in Leuven. Zij merkt dagelijks dat het Frankenstein-syndroom diep ingebakken zit in de mentale modellen van de moderne mens. Die is bang dat de robots zijn baan afpakken, algoritmes zijn privacy zullen schenden, killerrobots zijn leven zullen beëindigen en een machtige superintelligente AI, net als Skynet in de film Terminator, de wereld overneemt en mensen tot slaaf maakt. Daarom heeft De Ketelaere Mens versus machine geschreven. Niet met de illusie om alle angsten weg te nemen, maar juist om te duiden waar de realistische AI-kansen en -risico’s liggen.
AI-monster
Het doel van het boek is om het debat rond AI aan te wakkeren in leesbare taal zonder te veel wetenschappelijke woorden. Het boek is toegankelijk voor een breed publiek en een uitstekend startpunt voor iedereen die AI wil ontrafelen. In de eerste drie hoofdstukken legt de auteur de AI-triade van algoritmes, data en hardware zeer duidelijk uit. Daarna gaat ze in hoofdstuk 4 dieper in op hoe AI tot beslissingen komt. In hoofdstuk 5 komen de grondprincipes voor ethiek en verantwoordelijkheid van AI aan de orde. De Ketelaere deelt in dit hoofdstuk ook haar zeven geboden van AI waarbij menselijke waarden centraal staan. In het boek staan bovendien interessante interviews met erkende autoriteiten uit het AI-veld, zoals Katleen Gabriels en Francis Wyffels.
Ontmoeten in beperkingen
Hoewel de titel wellicht anders doet vermoeden, betoogt Geertrui Mieke de Ketelaere niet voor een strijd tussen mens en machine. Ze pleit daarentegen vurig voor een situatie waarin mens en machine samenwerken, en waar ze elkaar ontmoeten in elkaars beperkingen. Maar omdat de AI-wereld bestaat uit te veel AI-specialisten en te weinig generalisten, zijn er volgens haar AI-vertalers nodig. Daarmee worden onvoldoende getrainde systemen, schendingen van de privacy en onbewust ingebouwde vooroordelen in algoritmes voorkomen. De ‘Mary Shelley van Imec’ maakt helder dat we vooralsnog niet bang voor een AI-monster hoeven te zijn dat machtiger is dan zijn schepper. En voor iedereen die er toch nog niet gerust op is, brengt wellicht de laatste zelfreflectie van het kunstmatige monster van Frankenstein hoop op een goede afloop: ““Vrees niet dat ik het werktuig van toekomstig kwaad zal zijn.”