“Het wordt heel interessant om te zien hoe de samenleving zal reageren op Artificiële Intelligentie, maar het zal ongetwijfeld erg cool zijn.” (Colin Angle, CEO iRobot)
In 1949 stelde computerwetenschapper Edmund C. Berkeley zich de vraag of computers kunnen denken. Hij kwam na uitgebreid onderzoek tot de conclusie dat dit mogelijk was en voorzag meerdere nuttige toepassingen, zoals het automatisch adresboek, de automatische bibliotheek, de automatische vertaler, de automatische typiste en de automatische herkenner. In zijn taalgebruik schuilt de psychologie van de ervaring met automaten. Berkeley voorspelt een toekomst voor cognitieve automaten, maar ziet aan de verre horizon geen intelligente machines opdoemen.
Onlangs gaf staatssecretaris Mona Keijzer in Buitenhof een toelichting op het Strategisch Actieplan voor Artificiële Intelligentie. Het vakgebied Artificiële Intelligentie werd in 1956 geboren en is in de ogen van het kabinet uitgegroeid tot een sleuteltechnologie die onze wereld transformeert. “Beeldherkenningstoepassingen ondersteunen artsen bij het stellen van diagnoses van bepaalde soorten kanker, AI wordt in toenemende mate ingezet in de logistieke sector en AI speelt een grote rol bij het ontwikkelen van zelfrijdende voertuigen. Ook in ons dagelijks leven merken we het gemak van AI. Denk bijvoorbeeld aan intelligente zoekmachines die zeer snel de juiste informatie geven, vertaalalgoritmes, navigatiesystemen, chatbots van webwinkels die automatisch antwoord geven op vragen en klachten, en algoritmes die ons aanbevelingen doen of zelfs producten ‘op maat’ ontwikkelen die aansluiten bij onze behoeftes. En AI kan worden gecombineerd met robotica of onbemande systemen, bijvoorbeeld in de maakindustrie.”
Berkeley’s visie over denkende machines is zeventig jaar later realiteit geworden. De succesvolle generatie algoritmes die het kabinet heeft benoemd in het Strategisch Actieplan AI zijn allemaal goed in één specifieke geautomatiseerde taak, zoals beelden herkennen, taal interpreteren, spraak begrijpen, voorspellingen doen en aanbevelingen geven. Dat heet in het vakgebied Narrow AI. Algemene AI, die menselijke intelligentie evenaart, en Super AI, die menselijke intelligentie overstijgt, zijn helaas nog lang geen realiteit. En tot die tijd kan het door natuurlijke selectie ontstane narcistische brein van een exemplaar uit de soort Homo Sapiens in The land of the free and the home of the brave met één tweet 6.000 mijl verderop een nieuw conflict ontketenen.
Menselijke domheid is veel enger dan kunstmatige intelligentie. In het sciencefictionverhaal The lost machine van John Wyndham uit 1932 pleegt een robot zelfmoord omdat hij als intelligente machine niet kan leven in een wereld vol menselijke waanzin. De verdorven algoritmes van een menselijk brein zijn niet te doorgronden met de zuivere logica van kunstmatige intelligentie. Het Strategisch Actieplan AI met al haar goede intenties gaat daar helaas ook niets aan veranderen.
Rob Meesen