Moneyball

TopchangeBoeken, Boekenrubriek De Limburger

Terwijl digitale transformatie hoog op de managementagenda staat, zie ik in mijn praktijk veel organisaties worstelen met hun data. Het ontbreekt vaak aan sterke data. De zwakte kan zitten in de kwantiteit en/of de kwaliteit van de data. Maurice van der Linden van OSCAR 13 heeft een fascinatie voor sportboeken. Tijdens een congres dat ik organiseerde was Maurice de moderator en Robert Doornbos de key note spreker. Op dat moment dacht ik aan het boek Moneyball over het waargebeurde verhaal van het arme honkbalteam van de Oakland Athletics dat met sterke data zeer succesvol was. 

Billy Beane

Traditioneel kijken scouts in het honkbal naar vijf aspecten bij talenten: rennen, gooien, velden, slaan voor een slaggemiddelde en de lange bal slaan. Billy Beane realiseerde zich na zijn spelerscarrière dat de scouts fundamentele attributiefouten maakten. Ten eerste generaliseerden ze alles wat ze zelf als voormalig speler hadden meegemaakt. Ook lieten zij zich beïnvloeden wat een speler recent had gepresteerd, maar dat is niet noodzakelijkerwijs representatief voor wat hij in de toekomst gaat doen. Ten derde lieten de scouts zich leiden door wat zij zelf met eigen ogen hadden gezien. Zij waren bovendien bevooroordeeld ten opzichte van rechtshandige pitchers, magere ventjes en dikke catchers.

Sterke data

Billy Beane wil als manager met zijn honkbalteam de Major League winnen. Zijn budget was echter erg beperkt vergeleken met andere teams. Beane las alle twaalf statistische jaarboeken van de Bill James. Deze buitenstaander maakte duidelijk dat de honkbalscouts werkten met zwakke data. Daarom mislukten het merendeel van de dure aankopen. Samen met zijn rechterhand Paul DePodesta ontdekte Beane dat de cijfers over universiteitsspelers écht iets betekenden. Ze speelden veel meer wedstrijden dan High School-spelers, en ook nog tegen betere concurrentie. Beane graaft dieper in de omvangrijke statistieken. Over het algemeen werd te veel geld betaald voor loopsnelheid, veldwerk en pure kracht. Allemaal zwakke data voor het voorspellen van toekomstige prestaties. Het vermogen om de slagzone te beheersen was daarentegen de beste indicator voor toekomstig succes. En dat vermogen was af te leiden uit het aantal vrije lopen dat een slagman kreeg. Een indicator die bij de traditionele scouts niet telde. Billy Beane was volgens zijn toenmalige scouts een speler die je dromen op gang bracht. Als manager elimineerden zijn statistieken dit type speler juist. 

Winnen van een ongelijk spel

Het idee is dat je wedstrijden zo goedkoop mogelijk wint.  En je wint goedkoop door de spelerseigenschappen te kopen die de markt onderwaardeerd en de eigenschappen waar de markt te veel voor betaalt juist te verkopen. In de hoofdstukken van Moneyball vind je de methode om een ongelijk spel te winnen. Zoals een F1-team met de beste data kan winnen van het F1-team met de snelste racewagen.