Bertie en de wonderjaren (Mike Hoogveld, 2022)

TopchangeBoeken, Boekenrubriek De Limburger

“We hebben allemaal onze tijdmachines, nietwaar. Degenen die ons terugbrengen zijn herinneringen… En degenen die ons vooruit brengen, zijn dromen.” (H.G. Wells)

Van de zeven klassieke wereldwonderen van de antieke oudheid (500 vóór – 476 ná Christus) kunnen we alleen nog maar de piramide van Cheops aanschouwen. Zij is volgens W.H. Kirberger in zijn boek De zeven wonderen der wereld uit 1855 gebouwd met “een trap van kennis, die tot dusverre nog niet is geëvenaard geworden.” De andere zes fabelachtige wereldwonderen, de Hangende tuinen van Babylon, de Tempel van Artemis in Efeze, het Beeld van Zeus te Olympia, het Mausoleum van Halicarnassus, de Kolossus van Rodos en de Pharos van Alexandrië zijn helaas niet meer te bewonderen. Hoe anders is dat voor de niet klassieke wereldwonderen zoals de Eiffeltoren die gebouwd werd voor de wereldtentoonstelling van Parijs in 1889 en waarvoor jaarlijks zes miljoen mensen een kaartje kopen. De Expo 1889 van Parijs was de tiende officiële wereldtentoonstelling (BIE-classificatie) na de eerste van Londen in 1851. Tussen 1851 en 1910 werden maar liefst zeventien wereldtentoonstellingen gehouden. Het waren de wonderjaren van de tweede industriële revolutie die samenvielen met het leven van Edward VII, koning van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland en keizer van Indië (1842-1910). Zelfs Kirberger zou onder de indruk zijn geweest.

In Bertie en de wonderjaren neemt Mike Hoogveld ons mee op reis door een tijdperk van grote technologisch vooruitgang aan het einde van de negentiende eeuw. “In de laatste jaren van de negentiende eeuw is sprake van een soort singulariteit vol verandering. De opmaat hiervoor ligt grofweg tussen 1850 en 1870, zoals manifest wordt in de wereldtentoonstellingen van 1851 in Londen en 1855 in Parijs. Een unieke periode van ongekende vrijheid, creativiteit, energie, ontplooiing, schoonheid, optimisme, ambitie en pionierend ondernemerschap. In dit tijdsgewricht vol optimisme speelt steeds dezelfde persoon een voortrekkersrol: Bertie, als de latere koning Edward VII misschien wel het markantste lid van het Britse koningshuis ooit. Met niets omhanden leidt hij een met schandalen gelardeerd leven, waarbij zijn talloze reizen hem door het immense Britse imperium en naar New York en Parijs voeren. Tijdens de wonderjaren van technologische vernieuwing ontmoet hij zo alle sprankelende uitvinders die iets zullen nalaten voor de volgende generaties, onder wie Eiffel, Ritz, Waldorf, Pathé, Edison, Tesla, Dunlop, Pulitzer, Selfridge, Benz, Michelin, Curie, Röntgen, Nobel en Marconi.”

Bertie en de wonderjaren is een boeiende reis langs de wereldtentoonstellingen van Londen (1851, 1862), Parijs (1855, 1867, 1878, 1889, 1900), Wenen (1873), Philadelphia (1876), Melbourne (1880), Chicago (1893), Brussel (1897, 1910), Saint Louis (1904), Luik (1905) en Milaan (1906). Daar maakte de wereld voor het eerst kennis met een stortvloed aan wereldwonderen zoals de mechanische computer, plastic, duikerspak, hydraulische lift, gewapend beton, frisdrankmachine, dieselmotor, elektrische loopband, eerste geluidsfilms, tractor, rits, paperclip, suikerspin, generator, elektromotor, transformator, batterij, boiler, ponskaart, stofzuiger, telegraaf, stereoscopische foto’s, voorloper van de fax, stemmachine, grote telescopen, radio, gevulkaniseerd rubber, grasmaaier, wasmachine, koffiezetapparaat, ventilator, naaimachine, metronoom en de slinger van Foucault. 

Berties wonderjaren zijn ook de periode waarin sciencefictionschrijvers als Jules Verne en H.G. Wells opkwamen. Later slechts geëvenaard door Arthur C. Clarke en Isaac Asimov. Laatstgenoemde liep in 1964 over de World Fair in New York. Geen officiële wereldtentoonstelling, maar wel de grootste en mooiste meeloper ooit. Bezocht door vijftig miljoen mensen die zich onder andere vergaapten aan de raketten waarmee de mens naar de maan ging reizen. Asimov stelde zichzelf de vraag wat er te zien zou zijn op de wereldtentoonstelling van 2014. Met zijn brein als tijdmachine beschreef hij heel veel zaken die uitgekomen zijn, zoals de Marsrobot van NASA. Wat mensen kunnen dromen, kunnen ze realiseren. Gesterkt door herinneringen aan de wereldwonderen die in het verleden al dromend gerealiseerd zijn. Uitvindingen die in het heden voor huidige generaties vanzelfsprekend zijn terwijl ze in beslag genomen worden door een angstaanjagend perspectief over de opwarming van de aarde. Afgelopen week werd de internationale Climate Overshoot Commission geïnstalleerd. Politici, wetenschappers en diplomaten gaan onderzoeken hoe we met een ‘technofix’ de klimaatverandering kunnen terugdraaien. Het verlagen van de uitstoot van broeikasgassen gaat namelijk niet snel genoeg en dus moeten andere opties in kaart gebracht worden. Sommige opties klinken als sciencefiction. Zoals de zon dimmen door met vliegtuigen grote hoeveelheden stofdeeltjes in stratosfeer te brengen. Dat kan een soortgelijk effect hebben als een grote vulkaanuitbarsting waardoor de temperatuur op aarde tijdelijk daalt. 

Als vooruitgangsoptimist geloof ik in de creativiteit van de mens en de mogelijkheden van de technologie. Hoewel het aantal uitvindingen in Berties tijd van een enorme omvang was, zal dit in onze wonderjaren overtroffen worden met duizendmaal meer innovaties. Het vierde industriële tijdperk is aangebroken met robotisering en kunstmatige intelligentie als gamechangers. Sociale verandering, organisatieverandering en maatschappelijke verandering gaat echter vele malen trager dan technologische innovatie. Daarom zal net als tijdens de wereldtentoonstelling van 1893 in Chicago ingezet moeten worden op het wegnemen van de weerstand onder de bevolking tegen verandering. Mike Hoogvelds prachtige verhaal helpt om ze eraan te herinneren dat we beschikken over die wonderbaarlijke tijdmachines uit het citaat van H.G. Wells: herinneringen én dromen.

Rob Meesen