Op 21 augustus 1976 stond ik als jochie gebiologeerd toe te kijken hoe de Lange Jan in Heerlen van zijn voetstuk werd geblazen. Zijn val markeerde definitief het einde van de mijnindustrie die binnen de tijd van slechts één mensenleven razendsnel opkwam en nog sneller weer verdween.
Mijnverleden
Terwijl ik opgroeide werden de mijnen gesloten. Mijn generatie hoefde niet in de diepte af te dalen. Wij mochten doorleren en bovengronds ons geld verdienen. Mijn opa was boekdrukker en mijn vader die als kind TBC had gehad, mocht niet ondergronds werken. De mijn was dus wel twee generaties een dominant onderdeel van onze omgeving, maar stond niet centraal in onze familiegeschiedenis. Ik heb dus geen verhalen uit eerste hand, maar wel veel gelezen over het mijnverleden. Zoals Het geluk van Limburg van Marcia Luyten en Zwarte droom van Ivo Senden. Kortgeleden kreeg ik van Geerd Simonis de gouden tip om De geur van kolen te lezen.
Nalatenschap
In de herinnering van Joep Dohmen heeft Heerlen in zijn prilste jeugd weinig kleur. Door de zwarte roet en het fijnstof. In de straten hing volgens de schrijver bij bedompt weer in de winter de geur van kolen. Maar dan vindt hij in 2005 in de nalatenschap van zijn ouders een bruine reiskoffer met fotoboeken, brieven, rozenkransen, landkaarten, reisverslagen, betaalde rekeningen, koopaktes en honderd andere artefacten. Aan de hand van deze persoonlijke inhoud en gedegen onderzoek vertelt hij op meesterlijke wijze het verhaal van zijn stamboom én van Heerlen.
Paradijs
Heerlen is een paradijs als Jozef en Maria uit de stamboom van de familie Dohmen er in 1864 gaan wonen. “Heerlen ligt in een van de breedste en mooiste valleien van Zuid-Limburg. Tussen de Heesberg in het zuiden en de Schelsberg in het noorden stromen de Geleenbeek en de Caumerbeek, ingesloten door heuvels met bossen en heide”, schrijft Dohmen op basis van historische documenten. “Heerlen heeft aan het einde van de negentiende eeuw toekomst als kuuroord, omgeven door de mooiste heuvels en voorzien van de zuiverste bronnen en de schoonste lucht.” Totdat de overheid vanaf 1875 concessies voor de kolenwinning in Heerlen afgeeft. Het arcadisch dorp Heerlen wordt de moderne tijd in geslingerd met een zwarte droom.
Nieuwe grondstof
Begin jaren zeventig stopte de monsterlijke uitputting van stad en land. Heerlen heeft in extreem korte tijd een hoge prijs betaald. In mensenlevens en in blijvende natuurschade. Afgelopen week stond ik op de voormalige plek van de Lange Jan. Nu als dagvoorzitter bij het honderdvijfentwintig jarig jubileum van het CBS en het vijftigjarig jubileum van de vestiging in Heerlen. Daar waar ooit steenkool werd gedolven, worden nu relevante data als grondstof verwerkt tot betrouwbare verhalen. Ik ben dankbaar dat het mijnverleden niet mijn verleden is.