Rob Meesen is misschien wel een van de meest belezen ondernemers in Limburg. De mede-eigenaar van TopChange leest jaarlijks tussen de 250 en 300 boeken. Wekelijks beschrijft hij voor WijLimburg een ondernemersboek.
Echte economie (Arnold Heertje | 2006)
“De meeste fouten en calamiteiten ontstaan niet door bewust kwaadaardig handelen, maar door gebrek aan inzicht.” (Arnold Heertje)
De afgelopen maanden schilderden economen gitzwarte toekomsten en recessies van historische omvang met een nog nooit in de geschiedenis vertoonde economische achteruitgang. Tegelijkertijd verscheen het optimistische boek van Peter Hein van Mulligen. In ‘Met ons gaat het goed’ maakt de hoofdeconoom van het CBS (en winnaar van de televisiequiz ‘De slimste mens’) duidelijk dat Nederland in de afgelopen decennia in veel opzichten een fijner land is geworden. Hij ontrafelt met statistieken acht sombere mythes, maakt duidelijk dat we niet pessimistisch moeten zijn over het lot van onze (klein)kinderen en eindigt met een citaat van de filosoof Arthur Schopenhauer: “Het beste moet nog komen”. Van Mulligen is voor mij de gedroomde opvolger van de op 4 april jl. overleden econoom, hoogleraar en publicist Arnold Heertje. Het boek is zowel een aanrader voor pessimisten (slecht geïnformeerde realisten) als voor optimisten (hoopvolle realisten). Maar deze week is ‘Echte economie’ van Arnold Heertje mijn ondernemersboek van de week.
Tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog moest de 8-jarige Joodse Arnold Heertje zich met zijn gezin verschuilen op vier verschillende onderduikadressen. Het hele gezin ontsnapte door het moedige handelen van anonieme burgers aan de gaskamers. De jonge Arnold vroeg zich af hoe het eigenlijk kwam dat op de meeste onderduikadressen arme mensen woonden en dat inspireerde hem om economie te gaan studeren. Hij slaagde cum laude aan de Universiteit van Amsterdam en is een van de belangrijke leraren van het elementaire economische denken van Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Uit onderzoek in 1972 is vast komen te staan dat zijn boek ‘Elementaire economie’ (1962) op 85% van de vwo-scholen verplichte lesstof was en er 1 miljoen exemplaren van verkocht zijn. Heertje bezat een indrukwekkende wetenschappelijke bibliotheek van circa twaalfduizend boeken. Ook verzamelde hij antiquarische boeken over economie. Hij was eigenaar van zo’n drieduizend bijzondere boeken waaronder de eerste, ingenaaide druk van Das Kapital van Karl Marx en An Essay on the Principles of Population van Thomas Malthus uit 1798. Cabaretier Raoul Heertje is één van zijn drie zonen.
Heertje was een fenomeen in mijn studietijd. Zijn inzichten over schaarste en welvaart waren tegengif voor de taaie colleges over de empirische macro-economie en de abstracte formules van de nationale rekeningen. Zijn verhalen ontsloten meer betekenislagen en verbanden in mijn brein dan de kille bedrijfseconomische analyses van mijn doorsnee docenten. Ik vertoonde namelijk als burger niet het rationale gedrag dat volgens hun overtuiging ‘homo economicus’ typeerde, namelijk een monetair calculerend subject dat voortdurend het overschot aan opbrengsten boven kosten maximeert. En dat gedrag zag ik ook niet bij het handelen van de mensen in de arbeiderswijk van het mijndorp waarin ik opgroeide. Gelukkig maakte professor Arnold Heertje een einde aan de verwarring in mijn jeugdig brein door duidelijk te stellen dat de economische wetenschap niet bij machte is rationeel van irrationeel gedrag te onderscheiden. “Bedrijfseconomen die de blik uitsluitend op de calculeerbare werkelijkheid richten, dragen bij aan vele misverstanden. Echte kenners van de economie zijn op de hoogte van de verscheidenheid aan menselijk gedrag dat juist langs de weg van het subjectivisme gestalte krijgt.” Die les komt echter niet naar voren in de huidige eenzijdige economische berichten over 4,9% krimp van de wereldwijde economie en het verdampen van 12.000 miljard dollar (bron: IMF, 24 juni jl.). Deze spreadsheet fundamentalisten meten slechts de welvaart via de financiële waarde van de productie. Niet door bewust kwaadaardig handelen, maar door gebrek aan inzicht. Een trieste constatering 14 jaar ná het verschijnen van Heertje’s boek ‘Echte economie’; een economisch-filosofische verhandeling over schaarste en welvaart en over het geloof in leermeesters en lernen, waarin Heertje de onderwaardering van natuur en cultuur in de economie aan de kaak stelde en opriep tot het permanente leren om het intellectueel tekort in de samenleving op te lossen. Allemaal thema’s die op dit moment zeer actueel zijn en met Heertjes unieke vertelkunst weer tot leven kwamen toen ik het boek deze week herlas. Een prachtig pleidooi om via permanent leren uit te blinken in de echte economie: “De bureaucratie is steeds vaker het toevluchtsoord voor de risicomijdende middelmaat in de samenleving. Een samenleving zonder intellect is gespeend van initiatief, innovatie, improvisatie en creativiteit en is overgeleverd aan routine, verstarring, fanatisme en procedures. Bedorven onderwijsvlees wordt niet beter door de prijs ervan te verhogen. Cijfers weerspiegelen niet langer individuele prestaties doch collectieve budgettaire arrangementen. Het uitzonderlijke heeft het nakijken gehad. Uitzonderlijke begaafdheid, uitzonderlijke belangstelling, uitzonderlijke nieuwsgierigheid, uitzonderlijke werkkracht en uitzonderlijke ambities. Uitblinkers vormen een bonte verzameling. De een blinkt uit in kunst, de ander in wetenschap. De een schittert in schilderen, de ander in muziek. De een is geniaal in natuurkunde, de ander in geschiedenis. Daarom gaan uitblinken en bescheidenheid hand in hand. Uitblinken en bescheidenheid zijn elkaars spiegelbeeld”, aldus Heertje.
Het zou de huidige economische onheilsprofeten sieren als ze wat meer zouden uitblinken in bescheidenheid en oog zouden hebben voor het denken over schaarste en welvaart van de leermeesters Arnold Heertje en Peter Hein van Mulligen. Dat scheelt een hoop fouten en calamiteiten door gebrek aan inzicht in de echte economie.
Rob Meesen