Omdat ik de redacteur ben van Het Ai van Columbus, heb ik deze week Govert Derix gevraagd om de pen in mijn rubriek te hanteren. Govert is filosoof en schrijver van onder andere Hyperfilosofie.
De wijsheid van AI
Sevilla is een stad waar ik graag werk en verblijf. Heerlijk om langs de Guadalquivir te rennen, de plek waar Columbus in 1492 zijn eerste reis naar ‘Amerika’ begon. Vlak voordat ik dat jaren geleden voor het eerst deed had ik op de kaart het Huevo de Colón gespot, het Ei van Columbus aan het einde van de rivier. Het leek een soort rotonde. Mooi punt halfweegs. Maar wat gebeurde? Al rennende viel mij oog heel in de verte op een vage vorm boven de bomen. Ik wist meteen: het Huevo de Colon is helemaal geen rotonde, maar een enorm ei! Dankzij het mentale concept in mijn hoofd herkende ik het ogenblikkelijk in de fysieke ruimte. Mijn hart maakte warempel een sprong, en toen ik er een kwartier later omheen jogde was ik blij als een kind (ongetwijfeld ook door de enfomorfinen die door mijn lichaam dansten).
In dit kraakheldere boek, Het Ai van Columbus, stelt Hans Hoornstra met zoveel woorden de vraag of ook kunstmatige intelligentie tot zo’n kindervrolijke bewustzijnservaring in staat zou kunnen zijn én wat de betekenis van Ai kan zijn om als mensen en samenleving beter, intenser, minder kwalijk en gelukkig door het leven te gaan (plus vele andere urgente vragen). Zijn betoog scherpte mijn blik voor Ai op een wijze die ik niet meer zal vergeten. Dankzij de nauwgezette uiteenzetting van wat Ai is en niet is, herken ik nu de voor- en nadelen op afstand. Het is een van mijn mantra’s dat een mens meestal ziet wat hij al weet (net als toen voor het eerst dat Ei aan einde van de Guadalquivir). Door dit boek weet ik voortaan wat ik inzake Ai zie en kan zien, en wat niet. Zo bezien toont de auteur zich een Columbus van het verwachtingenmanagement in artificiële intelligentie.
Laat ik preciezer zijn. Als een virtuele patholoog-anatoom en op de toon van een sympathieke leermeester legt Hans het verschil tussen menselijke en kunstmatige intelligentie bloot. Een feest om te lezen. Als hij belooft dat hij Ai zal uitleggen op een manier die je niet meer vergeet, is daarmee geen woord te veel gezegd. Construeren (door mensen) versus deconstrueren en reconstrueren (door machines): zelfs William van Ockham zou het met zijn beroemde scheermes niet scherper hebben kunnen stellen.
Anders gezegd: de werking van Ai is op deze pagina’s helder en duidelijk gevat. Zelfs wat zich afspeelt in de ‘black boxes’ tussen input en output en het a-humane van kunstmatig ‘denken’ wordt invoelbaar. Al lezende begon ik (eindelijk) te begrijpen waarom we veel Ai-processen per definitie niet kunnen begrijpen. En daarbij zelfs iets van troost te voelen. En te vermoeden dat Ai, uitgerekend Ai, ons menselijker kan maken. Vermits we daarbij ethische en andere overwegingen laten doordringen en meewegen die ook Hans kundig aankaart.
Mijn balans na lezing van dit eerlijke en belangrijke boek: een beslissende bijdrage van Ai aan het alsnog tot waarachtige bloei komen van menselijke wijsheid en waarden is niet onmogelijk en misschien zelfs wenselijk. Ai is een onafzienbare oceaan én een beloftezwanger Terra (in)cognita dat we met zeer veel meer fatsoen en waardigheid kunnen en moeten betreden en ontwikkelen als de navolgers van de Italiaan uit Sevilla indertijd in de zogenaamde Nieuwe Wereld. De volgende keer als ik langs de Guadalquivir naar het Huevo de Colón ren zal het stralen op een wijze waarover ik voorlopig niet ben uitgedacht.