In onze tijd 

TopchangeBoeken, Boekenrubriek De Limburger

Na een lange periode van ongekende voorspoed, leven we volgens Tim Franssen in het Calamiteitperk. “De wereld is wankel geworden. We leven in een tijd van crises en calamiteiten. Een context van radicale onzekerheid. Het vooruitgangsdenken heeft ons misleid.” De schrijver biedt gelukkig ook handelingsperspectieven voor een weerbare samenleving waarin weer volop hoop gloort.

Tim Franssen

De schrijver, cabaretier en filosoof is opgegroeid met een sterk vooruitgangsgeloof. En hoewel hij beseft dat we het historisch gezien beter hebben dan ooit, beangstigt het Calamiteitperk hem: “Grofweg sinds de Verlichting leven wij vanuit het idee dat de geschiedenis zich vanzelfsprekend in de richting van vooruitgang voltrekt. Nu steeds duidelijker wordt dat het vooruitgangsverhaal vastloopt, lijken wij, bij gebrek aan een alternatief, veroordeeld tot een zekere perspectiefloosheid. Dat is gevaarlijk. Want zonder een vorm van collectieve hoop ligt cynisme en fatalisme op de loer.”

In onze tijd

Ook ik ben net als de filosoof-humorist opgegroeid in een tijd van ongekende vooruitgang. In mijn presentaties en workshops over technologie en menselijk adoptievermogen geef ik steeds aan dat ik een onverbeterlijke vooruitgangsoptimist ben. Franssens analyse van het Calamiteitperk is een lens én spiegel om de huidige situatie te begrijpen (deel 1), evenals wat ons daarin te doen staat (deel 2). Volgens Franssen zijn er drie essentiële pijlers van de menselijke ontwikkeling. Onze vermogens om technologische superkrachten te gebruiken, de natuur naar onze hand te zetten en op grote schaal netwerken op te zetten. “Voor alle drie geldt dat ze op zichzelf niet goed of slecht zijn. Hun waarde hangt af van het menselijk handelen. Zo heeft hyperconnectiviteit ongekende welvaart gebracht, maar ook kwetsbaarheden blootgelegd. Ook zonder slechte intenties kunnen calamiteiten daardoor gemakkelijk overspringen naar andere delen van de wereld.” De manifestatie van het Calamiteitperk, dat in 2001 een symbolisch startpunt had, betekent volgens Franssen niet dat we onvermijdelijk op de afgrond afstevenen: “Het Calamiteitperk staat niet haaks op vooruitgang. Sterker nog: vooruitgang is er een wezenlijk onderdeel van. Maar in onze wankele wereld zal vooruitgang wel zwaarder moeten worden bevochten. Opdat we weerbaar genoeg zijn om de schokken op te absorberen, en slagvaardig genoeg om ons richting de uitgang van dit netelige tijdperk te bewegen.”

Epiloog

Franssens epiloog draagt als titel Hoop in het Calamiteitperk. Het onderscheid tussen de termen hoop en optimisme is hierbij van belang. Uitkijken naar een toekomst die beter is dan het heden valt onder de definitie van hoop. Optimisme is, net als pessimisme, de keuze om in iedere situatie te kijken hoe omstandigheden wel of niet goed kunnen uitpakken. Franssen sluit niet optimistisch of pessimistisch af, maar wel hoopvol. Ik blijf, na het lezen van zijn kritisch vooruitgangsanalyse, onverbeterlijk optimistisch. Alles wordt beter. Alles wordt anders. En alles wordt mogelijk!